Op ontdekkingsreis door het Washington Slagbaai National Park

Op ontdekkingsreis door het Washington Slagbaai National Park

Home » Bonaire » Op ontdekkingsreis door het Washington Slagbaai National Park

Bonaire is al ruim twintig jaar een van onze favorieten in het Caribisch gebied. Dit op één na grootste eiland van de voormalige Nederlandse Antillen verveelt ons nooit. We komen er doorgaans om te duiken of te snorkelen. En om te genieten van de aangename temperaturen en het tropische buitenleven. De afgelopen keer bezochten we ook het natuurpark Washington Slagbaai. En omdat we ogen tekort kwamen, brachten we later nogmaals een bezoek aan dit bijzonder interessante park.

We zijn wel vaker tijdens eerdere vakanties op het tropische eiland er geweest. Toch blijft het park ons verrassen. Van een dergelijk droog eiland als Bonaire zou je weinig variatie in flora en fauna verwachten. Maar niets is minder waar! Naast natuur vind je er vele prachtige vergezichten, historische bezienswaardigheden en idyllische strandjes. Alleen al hierom mag een bezoek aan het park niet ontbreken tijdens je vakantie op Bonaire.

Landhuis Slagbaai

Wat te zien en te doen in het Washington Slagbaai National Park

Het Washington Slagbaai National Park (WSNP) in het noordwesten van Bonaire werd opgericht in 1969. Daarmee was het eerste, 4286 hectare grote natuurpark van de voormalige Nederlandse Antillen een feit. Sindsdien is het park een veilige habitat voor diverse diersoorten van Bonaire. Denk aan papegaaien, flamingo’s, parkieten, leguanen en vele andere soorten vogels en reptielen. Maar ook alle vier soorten zeeschildpadden die in het Caribisch gebied voorkomen.

Benieuwd naar hoe het Washington Slagbaai National Park aan zijn bijzondere naam komt? Lees dan onze mini-blog over de geschiedenis van het park.

Voormalige vuurtoren in het Washington Slagbaai National Park op Bonaire

Wandelen in het Washington Slagbaai National Park

Dankzij de altijd aanwezige, verkoelende passaatwind kun je op Bonaire uitstekend wandelen. In het park zelf zijn er drie fraaie wandelingen uitgezet. De eerste is de anderhalf uur durende ‘Lagadishi’-route over vlak terrein. De wandeling start bij de ingang van het park en voert naar de ruige oostkust. Ook kom je langs Playa Chikitu, een mooi wit zandstrand. Hier moet je zeker niet de woeste zee in gaan. De directe omgeving is overigens fantastisch.

Een andere wandeling, de Kasikunda trail, is slechts twee kilometer lang. Maar er valt veel te zien bij deze tocht. Hoogtepunt is het prachtige uitzicht vanaf een vulkanische heuvel op de noordkust. En op het bizarre landschap vol cactussen. Daarnaast word je tijdens de afdaling getrakteerd op mooie uitzichten. Goede wandelschoenen zijn noodzakelijk, net als voldoende drinkwater.

De derde wandeling is de Subí Brandaris trail naar de hoogste berg van het eiland. Het is onze favoriet vandaar dat we deze wat uitgebreider beschrijven.

Wandelen door de duinen op Bonaire

Beklimming van de Brandaris

De 241 meter hoge Brandaris is de hoogste berg van Bonaire. En daarnaast de op twee na hoogste berg binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf de top heb je fantastisch uitzicht op het eiland. Bij helder weer kun je Curaçao en soms zelfs Venezuela zien liggen! Als je van wandelen houdt is dit een wandeling die je beslist niet mag overslaan.

De ‘Subí Brandaris’-wandeling voert aan de hand van wit gemarkeerde stenen naar de top. De 45 tot 60 minuten durende beklimming is geen eenvoudige. Maar als je een prima wandelconditie hebt is hij zeker te doen. Draag vanwege de losse stenen goede wandelschoenen, sowieso geen slippers. Start verder zo vroeg mogelijk om de hitte rond het middaguur te vermijden. En neem voldoende drinkwater mee! Overigens: als je de Brandaris wil beklimmen dan moet je vóór 12.00u het park in.

Brandaris, de hoogste berg van Bonaire

Mountainbiken

Op Bonaire zie je steeds meer mensen mountainbiken. Met name in het noordwesten zijn er leuke fietsroutes te vinden. In het Washington Slagbaai National Park heb je feitelijk maar één route. Het is dezelfde route die ook de weinige auto’s door het park volgen.

Het fraaie 34 kilometer lange parcours kent enkele klimmetjes maar is verder overwegend vlak. Toch heb je voor de route een goede conditie nodig. Trek voor de route ruim de tijd uit. Want er zijn zoveel bezienswaardigheden dat je regelmatig zult afstappen.

Net als bij wandelen geldt ook voor fietsen de tip: kom zo vroeg mogelijk naar het park. Smeer je goed in met (koraal-vriendelijke) zonnebrandcrème en draag zonwerende kleding zoals een pet. Neem veel drinkwater mee, en duik halverwege de rit het zeewater in bij Boca Slagbaai. Je huurt je mountainbike bijvoorbeeld bij Bike Rental in Kralendijk.

Onverharde wegen in het Washington Slagbaai National Park. Prima om te mtb-en

Duiken en snorkelen

Aan de westkust van het park heb je enkele prima duik- en snorkelstekken. Op het kaartje van het park staan er zeven genoemd. Wij hebben ze niet allemaal bekeken maar waren zeer te spreken over Wayaka 2. Via een lange trap kom je uit bij een klein maar heerlijk strand. Direct vanaf het strand heb je de eerste, prachtigste koralen. Met je duikbril en snorkel kun je ze bewonderen.

Duik je met perslucht, dan kun je het beste eerst naar de drop-off zwemmen. Het stuk daarvoor lijkt verwoest door een orkaan. Bij de drop-off, echter, komt het rif weer helemaal tot leven. We zagen er schildpadden, de mooiste koralen en bijzonder veel rifvissen. In het park heb je overigens geen duikcentrum. Neem je duikspullen inclusief flessen daarom mee vanaf je hotel of duikcentrum.

Duik- en snorkelstek Wayaka II

Vogelobservatie

Het Washington Slagbaai National Park is een fantastisch park voor vogelaars. Je ziet en hoort er onder meer tropische spotlijsters, maskergrondvinken, mangrovezangers, suikerdiefjes, maïsparkieten, donkere vliegenprikkers en de oranje troepiaal. Het park is daarnaast bekend als een van de weinige broedlocaties ter wereld van de bedreigde geelvleugelamazone (papegaaiensoort).

De beste vogelspotlocaties in het park zijn de zoetwaterbronnen van Pos Mangel en Put Bronswinkel. Naast de eerder genoemde vogelsoorten vind je hier ook de roodhalsduif en de witoogspotlijster. En verder nog de naaktoogduif, blauwstaartsmaragdkolibrie, witbuikelenia, cayennetiran, baardvireo, noordse waterlijster en de gele troepiaal.

Daarnaast heb je aan de Saliña Slagbaai een observatietoren waar je vele vogelsoorten kunt bewonderen. Ben je niet zo’n vogelaar? Zet de auto dan toch even aan de kant zodra je net voorbij landhuis Slagbaai bent. Aan de Saliña Slagbaai krijg je pal voor je neus namelijk honderden flamingo’s te zien. Prachtig gezicht!

Suikerdiefje op Bonaire

De korte en lange route door het Washington Slagbaai National Park

Eenmaal in het park kun je met je auto twee routes rijden: de lange en de korte. Aan beide routes valt veel te zien en te beleven. In het begin van de route langs Saliña Matijs overlappen de routes elkaar. Direct daarna buigt de lange route naar het noorden af. De korte route loopt dan verder naar het westen. Net voorbij Put Bronswinkel komen beide routes weer samen.

De korte route langs de Brandaris

Neem de korte route als je de Brandaris wilt beklimmen en/of naar Put Bronswinkel wilt. Of wanneer je pas eind van de ochtend in het park arriveert. Je hebt dan simpelweg te weinig tijd om de vele hoogtepunten van de lange route te bekijken.

De lange route door het park

De lange route is zonder twijfel onze favoriet. Deze route volgt min of meer de kustlijn in het noordelijk deel van het park. In het begin zijn er smalle zeemondingen en zogenaamde blowholes (spuitgaten). Hier kunnen we urenlang naar het woeste, flink opspattende zeewater kijken dat op de kust beukt.

Woeste noordoostkust

De onverharde weg leidt vervolgens naar een surrealistisch landschap. Denk aan een soort dorre vallei vol cactussen omringd door rotsachtige heuvels. Je waant je zo in een ouderwets goede western met Clint Eastwood. Te mooi en bijzonder om over te slaan! Bij de bezienswaardigheden, zoals de vuurtoren en de Malmok-ruïne, staan informatieborden. Onze tip is om de tijd te nemen om de informatie door te lezen. Je komt dan vele interessante historische en geologische feiten te weten over die plekken.

Via de westkust terug naar de ingang van het park

Beide routes komen als gezegd uit bij de westkust. Je hebt hier diverse kleine strandjes. Er staat hier nagenoeg geen stroming en er is geen branding. Een ideale plek om na afloop van een wandeling of de safari van de lange route, te picknicken. Neem meteen een verfrissende duik in het kristalheldere water!

Na het landhuis bij Boka Slagbaai vervolgt de onverharde weg door het prachtige, heuvelachtige binnenland. Uiterlijk 16.00u moet je aan dit laatste deel van de route begonnen zijn. Een bezemwagen rijdt achter je aan om hierop toe te zien. Vergeet niet om aan het water van de baai nog wat foto’s te maken van de vele flamingo’s en pelikanen!

De Brandaris met op de voorgrond flamingo's

Praktische zaken voor je bezoek aan Washington Slagbaai

Met de volgende tips bereid je je optimaal voor op een bezoek aan het nationale park.

Entree

De entree kost 25 dollar per persoon per jaar. Dit toegangsticket komt op naam te staan. Vandaar dat je ook een ID-kaart (paspoort of rijbewijs) mee moet nemen. Je mag het park vervolgens in op vertoon van je ticket, je ID en het betaalbewijs.

Ga je op Bonaire duiken dan moet je een Scuba Diving Tag à 45 dollar aanschaffen. Je hoeft dan niet meer een toegangsticket voor bezoek aan het park te betalen. Zowel het toegangsticket als de Scuba Diving Tag kun je ook online te bestellen.

Het park is geopend op woensdag tot en met zondag van 8.00u tot 17.00u. Je kunt het park echter slechts tot 13.00u betreden. Je hebt dan voldoende tijd om sowieso de korte route door het park te volgen.

Vervoer

De wegen in het park zijn nagenoeg alleen grindwegen met hobbels en gaten. Alleen al daarom adviseren we om het park te betreden met een 4WD-auto of pick-up truck die hoog op zijn wielen staat. In elk geval niet met een motor of scooter. Check van tevoren ook de kwaliteit van het reservewiel. Overigens vind je op steile stukken wel betonplaten of asfalt. Dit is nodig omdat je anders in regentijd niet meer de heuvel op kunt rijden.

Slingerweg door het park

De routes

Bij de entree van het park krijg je een overzichtelijke kaart van de lange en korte route mee. Op die kaart staan ook de hoogtepunten getekend. De kaart is tevens te downloaden. Elk van de twee routes is uitsluitend in één rijrichting te rijden. Houd hier rekening mee als je bepaalde bezienswaardigheden niet wilt overslaan.

Eten en drinken

Voorheen had je bij landhuis Slagbaai nog de mogelijkheid wat te eten en te drinken. Helaas is er inmiddels geen horeca meer in het park te vinden. Neem daarom je eigen eten en drinken mee. En vooral veel water.

Wat verder mee te nemen

Naast water zijn beschermingsmiddelen tegen de zon van groot belang. Smeer je goed in met rif-vriendelijke zonnebrandcrème. Een zonnebril en een petje zijn evenmin overbodige luxe. Verder doe je er slim aan om zwemkleding en een handdoek mee te nemen. En mocht je dit hebben dan ook een duikbril met snorkel. De leuke strandjes aan de westkust zijn namelijk te aantrekkelijk om alleen maar langs te rijden.